Goede Vrijdag Nu Startpagina

 Goede

                       Vrijdag

                 NU

 09-04-2004 

Openingswoord

Statie 1 Anders zijn

Statie 2 Helpen uit liefde

Statie 3 Doorgaan in liefde

Statie 4 Ouderliefde

Statie 5 Gedwongen liefde

Statie 6 Naaste liefde

Statie 7 Liefde nodig voor jezelf

Statie 8 Zogenaamde liefde

Statie 9 Twijfelende Liefde

Statie 10 Kwetsbare liefde

Statie 11 Vergevende liefde

Statie 12 Liefde overwint alles

Slotwoord

 

Openingswoord door Pastoor P. Scheepers.

 

Welkom allemaal op deze bijzondere avond.

Goede vrijdag.

De dag waarop Jezus stierf aan het kruis.

Om dat te gedenken zijn we hier naar toe gekomen.

We herinneren ons de laatste uren van Zijn leven,

de moeizame weg die Hij moest gaan en we herinneren ons Zijn dood.

Twaalf kruiswegstaties vertellen ons over die laatste dag van Jezus; vertellen ons Zijn lijden en sterven.

En als je goed luistert en kijkt dan herken je in het lijden van Jezus ook het verdriet en het lijden van andere mensen.

We staan stil bij die afschuwelijke moord toen en kunnen niet vergeten dat ook vandaag de dag onschuldige mensen vermoord worden,

de dood vinden door zinloos geweld. Wij kunnen niet vergeten wat Jezus allemaal voor ons gedaan heeft. Zijn liefde was zo groot dat hij er de gevangenis en de marteldood voor over had.

Moge het lijden en de dood van Jezus niet zinloos zijn geweest.

Mogen wij uit Zijn liefde leren hoe wij met anderen moeten omgaan.

Als volgelingen van Jezus willen wij ons door zijn voorbeeld laten inspireren. Op een unieke wijze was Jezus een licht voor alle mensen.

Al weldoende ging hij rond, waar mensen gevangen waren bracht hij bevrijding. Hij gaf ruimte aan hen die in de hoek werden gedrukt,

leven aan hen die ten dode waren opgeschreven.

Bij Jezus mag je zijn wie je bent, naar Gods beeld. Mogen wij Jezus levend aanwezig stellen in ons midden, door zijn voorbeeld te volgen.

Dat wij mensen van vrijheid, liefde en vrede mogen worden.

Omdat wij willen geloven in een nieuw leven; een nieuw begin ontsteek ik een kaars. Licht, een teken van hoop en liefde.

 

Colors of the wind songtekst van Disney Pocahontas

 

Je denkt dat ik een onontwikkelde barbaar ben

En jij bent overal geweest

Ik denk dat het zo moet zijn

Maar ik kan nog steeds niet zien,

of ik de barbaar ben.

Hoe kan er zoveel zijn dat jij niet weet. Jij niet weet

 

Je denkt dat je elk land waar je bent jou bezit is

De aarde is slechts een dood ding wat je kunt claimen.

Maar weet je, elke rots, boom en levend wezen heeft een leven,

 heeft een geest, heeft een naam.

 

Je denkt dat de enige mensen,

mensen zijn die er uit zien en denken zoals jij.

 Maar als je in de voetstappen van een vreemde loopt,

dan zul je dingen leren die je nooit wist, nooit wist.

 

Heb je ook van de wolf gehoord die huilde tegen de maisblauwe maan?

Of aan de grinnikende wilde kat gevraagd waarom hij grinnikt?

Kan je met alle stemmen van de berg zingen?

Kan je verven met alle kleuren van de wind?

Kan je verven met alle kleuren van de wind?

 

Kom over de verborgen paden van het bos rennen.

Kom de zon-zoete bessen van de aarde proeven.

Kom in de rijkdommen om je heen rollen.

En voor een keer, denk niet na over wat ze waard zijn.

 

De regenstorm en de rivier zijn mijn broeders

De reiger en de otter zijn mijn vrienden

En we zijn allemaal verbonden met elkaar

In een cirkel, in een ring die nergens eindigt.

 

Hoe hoog groeit de vijgenboom?

Als je hem omkapt zul je dat nooit weten?

En je zult nooit de wolf horen huilen tegen de blauwe maan

Of we nu blank of roodhuid zijn.

We moeten met al de stemmen van de berg zingen.

Moeten verven met alle kleuren van de wind.

Je kunt de aarde bezitten

en toch alles wat je bezit is aarde

totdat je kunt verven met alle kleuren van de wind.

  

Statie 1. Anders zijn.

 
tekst: Janne Spaan:  Waarom veroordelen.

 

Wat doe jij hier. Je ziet toch wel dat je hier niet hoort te zijn!

Waarom zou ik hier niet moeten zijn dan? Ik mag toch zelf weten waar ik ga zitten?

Kijk eens naar je kleding, die verschilt toch echt veel te veel van die van ons en ik heb gehoord dat je niet helemaal klopt in dat lelijke hoofd van je.

Wat denk je wel niet om dat zomaar te zeggen. Ik mag toch zelf wel weten wat ik draag en wat ik doe!
 Niet als je hier wilt zitten. Hier mogen alleen mensen die tenminste niet zo anders zijn als jij. Dat kun je denk ik ook wel zien!

Dat vind ik pure onzin. Wij zijn toch allemaal mens en ieder mens heeft zo zijn of haar eigen leven en zou eigenlijk vrij moeten zijn om een eigen visie op het leven te krijgen….

Ach hou toch op. Je bent nu zelfs zo zielig bezig dat ik nu al helemaal geen zin meer heb om je hier te laten zitten. Dus ga gewoon weg, of ik sla je hier weg!

Ja, ja doe maar rustig, ik ben al weg.

 

Statie 2. Helpen uit liefde.

 

Met jou delen..?

‘k Wil graag een

beetje met je delen

dus, ook een beetje stelen

van jouw kostbare tijd…

En ga ik je vervelen,

dan is dat wat me spijt

 

Wil jij een beetje

van mijn lasten dragen

Of, heb je ’t zelf al zwaar

het maakt niet uit,

ik wilde het alleen

maar vragen…

 

Maar, als jouw last

wat lichter wordt

mag ik dan nog eens

bij je klagen…?

Zeg maar, wanneer ik

vervelend word

 

 

Statie 3. Doorgaan in liefde.

 

Tekst: Marianne van de Weert.  Mijn ziel voor jouw leven

 

De zomer lijkt in volle gang,

die lichte, kleurrijke periode

past niet bij mijn gevoel.
Ik ben blijven hangen bij de winter

kil en donker.

 

Je ligt met gesloten ogen op de bank,

geen rustig en vredig plaatje.

Je van pijn vertrokken gezicht

zal ik nooit vergeten,

staat in mijn geheugen gegrift.

 

Hoeveel dagen zal ik nog

van je gezelschap kunnen genieten.

Ik mis je grapjes en gekke buien.

In bovennatuurlijke verhalen

zou er nu een duiveltje uit het niets komen.

Ik zou tekenen

mijn ziel voor jouw leven.

 

 Statie 4. Ouder liefde.

 

 

Tekst: Sacha Verstegen

 

Hé, wat is er? Ben je boos?

 

Ik heb weer eens ruzie met ons mam en met ons pap zit het ook niet echt lekker. Jeetje, wat kunnen die mensen zeuren zeg! Ik doe nooit iets goed, ik denk dat ik gewoon wegblijf.

 

Waarom? Het is toch niet zó erg? Ze bedoelen het goed en je doet bijna alles goed! Fouten maken is menselijk. Misschien lijkt wat ze doen voor jou zeuren, maar als je ophoudt met wat je fout doet, kun je het daarna goed doen. Ze willen jou alleen maar helpen en je voorbereiden op later. Bovendien is iedereen wel eens chagrijnig en weglopen lost niets op! Misschien heb je gelijk maar je kunt toch niet altijd chagrijnig zijn?

En tegen mijn broertje zijn ze wel altijd lief.

En die ruzie dan die hij laatst had met jullie pap en mam. Hij kreeg kei veel straf zei je.

Ja maar, nou vooruit dan bijna altijd.

J ouders houden evenveel van jou als van je broertje.

Nou daar merk ik anders weinig van!

Zeg, een vraag: Van wie houd jij het meest van jullie pap of mam?

Domme vraag, van allebei evenveel natuurlijk.

Zij ook evenveel van jou en je broertje.

Nou, oké dan.

Praat er eens over met jullie pap en mam en misschien ook nog met je broertje. Samen komen jullie er wel uit. Jullie maken gewoon regels. Als zij er zich niet aan houden mag je hen erop aanspreken. Maar als jij jezelf er niet aan houdt mogen zij jou er op aanspreken.

Maar zij zijn met zijn tweeën.

Jij en je broertje toch ook.

O ja, gaaf, het wordt weer super thuis, bedankt. Jij mag mijn mental coach worden. Ik ga het meteen uit proberen.

Doei, je ouders zijn vast bezorgd om je. Je zou om half acht thuis zijn en het is al bijna 8 uur!

Oeps, o ja bedankt! Doei!

 

Statie 5. Gedwongen liefde.

 

Tekst: Wies van der Heijden.

 

Laatst moest ik op bezoek bij mijn oma. Eigenlijk had ik geen zin. Ik kwam uit school, had slechte punten gehad en m’n klasgenoten waren niet aardig geweest. Maar goed, ik ging toch. Het regende buiten en kletsnat kwam ik bij het bejaardenhuis aan. Na een tijdje wachten liet de zuster me eindelijk binnen. Daar lag ze dan mijn oma. In een bed bij het raam. Ze keek op toen ik binnenkwam en was verrast mij te zien. Ze zei me dat ik zelf maar iets te drinken moest pakken want die oude benen van haar kreeg ze even niet aan de praat.

Toen ik terug kwam uit de keuken en op mijn stoel wilde gaan zitten vroeg ze of ik bij haar kwam liggen. Ik voelde me er een beetje ongemakkelijk bij. Ik zo jong en gezond naast mijn zwakke oma.  Maar toch deed ik het en achteraf ben ik daar blij om. Ik zal je vertellen waarom.

Ze vroeg me wat er was want volgens haar keek ik niet al te vrolijk. Ik dacht juist m’n best gedaan te hebben om net te doen dat ik het leuk vond om langs te komen. Maar mijn oma is zo iemand die daar door heen kijkt. Eerst wilde ik het eigenlijk niet vertellen want ik dacht dat mijn oma al genoeg aan d’r hoofd had. Maar na even te hebben gepraat vertelde ik haar toch maar over mijn slechte punten en die vervelende klasgenoten. Mijn oma vertelde dat er vroeger bij haar in de klas een meisje zat dat elke dag gepest werd. Elke dag trokken ze aan haar haren en scholden haar uit. Totdat op een dag haar broer mee naar school kwam en de pesters bang maakte door te zeggen dat hij ze in elkaar zou slaan als het nog een keer gebeurde. Een week hield het pesten op maar daarna begon het weer. Toen had mijn oma er ineens genoeg van. Ze ging naar de pestkoppen toe en vroeg haar te pesten in plaats van dat meisje.  

Daar hadden ze niet van terug en ik trouwens ook niet. Wie wil er nou gepest worden. Juist, zei mijn oma. Niemand. En daarom heb ik het ook gevraagd zodat ze in gingen zien waar ze mee bezig waren. Sindsdien is het meisje nooit meer gepest en wilde iedereen ineens met haar spelen.

Ik moest even nadenken over het verhaal. Als ik het goed begreep had mijn oma veel meer macht over die groep pestkoppen dan die grote sterke broer van dat meisje. Mijn oma legde mij uit hoe dat kwam en zei: “Vaak als je  de mensen op een vredelievende manier in laat zien waar ze mee bezig zijn, bereik je veel meer dan met geweld.” Ook in jouw geval.”

We hadden nog uren met elkaar gekletst en voor ik het wist was het alweer tijd om te gaan. Ik vond het jammer dat ik weer weg moest want ik begreep dat mijn oma er een uit duizenden is. Zo sterk terwijl ze eigenlijk zo zwak is, ze hielp mij terwijl ze eigenlijk al genoeg aan zichzelf had.

Ik ging naar huis niet begrijpend waarom ik er eerst zo tegenop zag om naar m’n oma te gaan. Het was ondertussen gaan hagelen, maar voor mij leek de zon te schijnen. Ik was nog nooit zo gelukkig geweest, te weten hoeveel iemand van me houdt.

Ik was nog nooit zo gelukkig geweest, te weten hoeveel iemand van me houdt.

  

Lied: That I’II be good – Alanis Morisett

 

Dat ik goed was, ook als ik niets deed

Dat ik goed was, ook als ik de duimen omlaag zou krijgen

Dat ik goed was als ik ziek werd

Dat ik goed was, ook als ik 5 kilo zwaarder werd

Dat ik uitstekend was ook als ik  bankroet was.

Dat ik goed was, ook als ik mijn haar en mijn jeugd verloor.

Dat ik geweldig was, als ik niet langer koningin zou zijn.

Dat ik groots was al was ik niet alwetend.

Dat ik geliefd was ook als ik mezelf verdoof

Dat ik goed was ook als ik verpletterd ben.

Dat ik goed was ook als ik verdampt was

Dat ik goed was, ook als ik kleverig was.

Dat ik goed was, ook als ik gek werd.

Dat ik goed was, met of zonder jou.

  

Statie 6. Naasten liefde.

 

Tekst: Marianne van de Weert.  Leven met angst.

 

Iedere minuut, iedere seconde tegenwoordig,

speelt de gedachte in me op dat ik te laat ben,

om je dit te zeggen.

Iedere dag ben ik bang

dat er voor jou geen nieuwe morgen zal zijn.

 

Het doet me pijn om je te zien lijden,

maar je oplossing is als een steek in mijn hart.

Ik wil je problemen delen,

maar ik kan je geen oplossing geven.

 

Ik weet waarom je het wilt proberen,

eens dacht ik ook

dat ik dan van alles af zou zijn.

Maar dan zou ik jou ook niet gekend hebben,

en deelden we nu niet vele mooie herinneringen.

 

Je afscheidsbrief liet diepe indruk op mij na

heeft me laten zien dat je proberen tegen te houden

zinloos zou zijn, tevergeefs.

Misschien zeg ik dit enkel uit eigen belang,

Ik wil je niet kwijt.

ik zou sterven van verdriet.

 

Tekst: Marcha Ploegmakers.  Als ik in de spiegel kijk.

 

Als ik in de spiegel kijk

En mezelf met anderen vergelijk

Dan twijfel ik er flink op raak

dat gebeurt me erg vaak.

 

Ik twijfel over mijn haar.

Zit het niet een beetje raar?

Staat mijn bril me wel echt?

Staan mijn tanden goed recht?

 

Heb ik een grote onderkin

Of is dat echt maar onzin?

Want andere keren als ik in de spiegel kijk

en mezelf met anderen vergelijk

 

Denk ik: wat zijn mijn ogen toch mooi blauw

Spiegelbeeld ik hou van jou!

Ik ben ook zeker niet te klein

Nee, ik mag er zijn!!!

 

Statie 7. Liefde nodig voor jezelf.

 

We zijn mooi, wat ze ook zeggen,

Ja, woorden doen ons niets

We zijn mooi in elk opzicht

Ja, woorden doen ons niets

Maak me niet verdrietig vandaag

 

Elke dag is zo mooi

En plotseling, is het moeilijk ademen te halen.

Ik schaam me

omdat ik onzeker wordt van de pijn.

 

Ik ben mooi, wat ze ook zeggen,

Ja, woorden maken me niet verdrietig

Ik ben mooi in elk opzicht

Ja, woorden maken me niet verdrietig

Dus maak me niet verdrietig vandaag

 

Voor al de anderen ben je waanzinnig.

Omdat je zo opgaat in je depressie.

Probeert hard om de gaten op te vullen

Het stukje is weg en de puzzel niet af

Zo is het.

 

Jij bent mooi, wat ze ook zeggen

Woorden maken me niet verdrietig

Jij bent mooi in elk opzicht

Ja, woorden maken me niet verdrietig

Maak me niet verdrietig vandaag

Maak me niet verdrietig vandaag

Maak me niet verdrietig vandaag

 

Statie 8, Zogenaamde liefde.

 

Tekst: Marianne van de Weert.  Toonloos en kil.

 

Er zit een laagje ijs op de bladeren,

Mijn adem vormt nieuwe kristallen.

Er zijn al enkele sneeuwvlokken gevallen,

het landschap ziet wit onder het licht van de volle maan.

Het is fris. Ik hoop dat je straks

jouw armen om me heen zult slaan.

Een stem, jouw stem, toonloos en kil,

jouw lippen die de woorden vormen.

“Ik wil je warmen met al mijn liefde.”

Je bent er wel, maar toch ook niet.

Je gedachten zitten bij andere zaken,

dat verontrust me.

Tranen stromen over mijn wangen,

ik wil dit niet.

Je merkt ze op,

nog voor ik de kans krijg ze weg te vegen,
je zegt dat je het schattig vindt.

Waarom krijg ik nu wel alle aandacht,

onverdeeld en stil.

 

Statie 9. Twijfelende liefde.

 

Tekst: Wiesje v.d. Heijden. Voor eeuwig samen alleen:

 

Lang niet willen zien

Eeuwig hebben ontkend

Maar nu het er dan toch van komt

Zie ik wie je bent.

 

Ik heb je willen behoeden

Mijn schuld was het niet

Ik kon het je niet vertellen

 Het deed me teveel verdriet

 

Jouw verdriet te zien

Deed zeerder dan mijn eigen pijn

Maar nu eindelijk na al die jaren

Kan ik mezelf zijn

 

Ik wilde dat het niet nodig was

Je dit te vertellen

Maar nu ik weet dat je er voor me bent

Kan ik mezelf niet langer kwellen

 

Nu staan we er samen voor

Het is niet langer mijn geheim

Samen komen we eruit

Ik wil voor eeuwig bij je zijn.

 

Lied: “My Immortal” - Evenesence

 

Ik ben zo moe om hier te zijn

Onderdrukt door al mijn kinderlijke angsten

En als je moet gaan,

dan wens ik dat je gewoon zou gaan

Omdat je aanwezigheid hier blijft hangen

En het laat me niet alleen

 

Deze wonden lijken niet te genezen

De pijn is te echt

Er is teveel dat niet meer door de tijd overgaat.

 

Als je huilde, zou ik je tranen wegvegen

Als je schreeuwde, zou ik tegen al je angsten vechten.

En ik heb, al die jaren, je hand vast gehouden

Maar je hebt me nog volledig

 

Je had me in je greep

Door je sprankelijke persoonlijkheid

Maar nu ben ik gebonden aan het leven dat jij hebt achtergelaten.

Je gezicht spookt in mijn eens zo prettige dromen

Je stem jaagt alle levenslust in me weg.

 

Deze wonden lijken niet te genezen

De pijn is te echt

Er is teveel dat niet meer door de tijd overgaat.

 

Als je huilde, zou ik je tranen wegvegen

Als je schreeuwde, zou ik tegen al je angsten vechten.

En ik heb, al die jaren, je hand vast gehouden

Maar je hebt me nog volledig

 

 

Ik heb zo mijn best gedaan om mezelf te vertellen dat je weg was.

En toch ben je nog steeds bij me. Ik was altijd helemaal alleen.

 

Statie 10. Kwetsbare liefde.

 

Hoe zou het zijn als pestkop?

Moet ik dan agressief en gemeen zijn?

Heel stoer doen en alles kunnen?

Alles weten en altijd winnen?

Heel knap zijn en heel cool?

Heel groot zijn en heel sterk?

Heb ik dan twee volgelingen?

En doen die dan voor mij het vuile werk?

 

Nee dat lijkt me niks,

ik blijf gewoon wie ik ben.

Gewoon zo zijn als ik mezelf ken.

 

Maar zijn pestkoppen dan zo geboren?

Zo stoer, zo cool en zo volmaakt?

 

Eigenlijk is pesten niet zo stoer,

En ook volledig afgekraakt.

Pestkoppen zijn dus helemaal fout.

En je hoeft niet tegen ze op te kijken.

Ze zijn vaak zwak en onzeker.

We komen met z’n allen voor elkaar op.

Dus pestkop………..STOP!

 

Statie 11. Vergevende liefde.

 

Mensen vergeven omdat je zoveel van ze houdt.

Jezus hield van de mensen daarom kon hij ze vergeven

Ook wij moeten  kunnen vergeven en iets voor een ander doen.

Jezus bleef in de goedheid van de mensen geloven.

Jezus had zoveel liefde voor de mensen dat Hij zich daarvoor aan het kruis liet slaan.

Jezus wilde sterven  voor de mensen om ze een nieuwe kans geven.

Jezus had  vetrouwen ondanks wat de mensen hem hadden aangedaan

 

Lied: De Zee - Trijntje Oosterhuis.

 

Als ik me alleen en eenzaam voel

Ga ik altijd kijken naar de zee

en met alle schepen op haar rug

vaar ik in gedachten mee…

Een met de zee

Soms zijn de zee en ik alleen

En is zij net als iedereen

Als ik onder haar golven wil

Dan laat ze mij er niet doorheen

Dat is de zee

En eigelijk zijn wij allemaal zo

Dat we ver onder de spiegel willen gaan

Naar daar waar alle liefde zit

Maar we zijn te bang om het toe te staan

Wie neemt me mee

Wie durft te beginnen

Wie laat mij zien hoe mooi een mens kan zijn van binnen

Wie leidt de weg

Wie durft te voelen

Wie draagt het licht

Wie heeft het zicht

Wie neemt me mee, opent de zee

 

Statie 12. Liefde overwint alles  Overdenking:

 

’n Mens heeft niet veel jaren nodig

om iemand te worden,

iemand te zijn,

betekenisvol voor anderen,

onvergetelijk.

,n Mens heeft niet veel jaren nodig

om gemist te worden,

node gemist.

 

Drie jaren zijn het geweest

zesendertig maanden,

ruim duizend dagen,

waren voldoende om deze mens,

deze jonge man

eeuwenlang en nog steeds

te doen leven in harten van

tientallen generaties  en

miljarden mensen.

 

Wat was er dan zo wonderlijk,

zo uitzonderlijk aan deze mens,

deze medemens,

die Jezus van Nazareth heette?

Het antwoord is even simpel

als onbegrijpelijk.

Hij was Liefde

Hij leefde uit en van

en naar de Liefde.

En dat is,  God.

 

Lied: “Suzanne neemt je mee” van Herman van Veen

 

En je wilt wel met hem meegaan

samen naar de overkant

en je moet hem wel vertrouwen,

want hij houdt al jouw gedachten in zijn hand.

 

En Jezus was een visser,

die het water zo vertrouwde

dat hij zomaar over zee liep,

omdat hij had leren houden

van de golven en de branding,

waarin niemand kan verdrinken

Hij zei ”Als men blijft geloven

kan de zwaarste steen niet zinken”

Maar de hemel ging pas open

toen zijn lichaam was gebroken

en hoe hij heeft geleden,

ja dat weet alleen die visser aan het kruis.

 

En je wilt wel met hem meegaan,

samen naar de overkant

en je moet hem wel vertrouwen,

want hij houdt al jouw gedachten in zijn hand.

 

 

Slotwoord Pastoor P. Scheepers.

 

Wij zijn aan het einde van deze viering gekomen.

Samen hebben we teruggedacht aan de kruisweg van Jezus en zo aan de kruisweg van alle mensen.

Jezus is gestorven. Dit lijkt het einde, maar wij weten dat dit niet zo is. Wij weten dat bij God de dood niet het laatste woord heeft, maar dat het een begin is van nieuw Leven. Opgenomen worden in de eeuwige liefde van God.

Om de viering af te sluiten mogen jullie tot slot een kaarsje komen halen, zodat jullie het licht, het teken van hoop, verder uit kunnen dragen.

Laten we daarom allemaal een lichtje voor elkaar zijn, zodat we de warmte voelen om elkaar te inspireren en ondersteunen en zo de mensen kunnen helpen, die nog in het donker leven. Want hoe donker het soms ook is, het Licht van Christus zal altijd het sterkste zijn en overwinnen!

Wij danken jullie, dat jullie met ons hier samen wilden zijn.